![]() Werken is natuurlijk een werkwoord. Zodra je werkt, zet je zaken in werking. Is er verandering gaande. Dus werken is op een bepaalde manier gezien synoniem aan veranderen. Leven is bewegen. Van wieg naar graf, van ontbijt naar diner, van huis naar werkplek, van start van een overleg naar eind, van collega naar collega, van samenzijn naar alleen zijn, van inademing naar uitademing. Van gedachte naar de volgende gedachte, van de ene stap naar de volgende stap. Als veranderen zo in het DNA van ons mens-zijn zit, waarom dan toch zoveel ‘verander moeite’? Lopen is (telkens bijna) vallen. Als we de metafoor van lopen even erbij houden. Lopen is, fysiek gesproken op één been staan, jezelf uit evenwicht brengen en naar voren laten vallen, jezelf opvangen met je andere been, en weer op een been gaan staan. Als je ergens wilt komen zul je jezelf uit evenwicht moeten brengen. Dat doe je in het vertrouwen dat er vóór je stevige grond is en dus jezelf weer kunt opvangen. Voortbewegen is een aaneenschakeling van momenten van balans en disbalans. Van momenten van controle en van loslaten in vertrouwen. Mensen houden van het gevoel of idee van houvast. We hebben graag grip op de zaken die voor ons van belang zijn. We regelen onze zaken. En dat is maar goed ook. En we beseffen ondertussen maar al te goed dat al die vastigheid ook een keerzijde heeft en dat die zekerheid maar een dun laagje is. Het leven gaat in de basis over beweeglijkheid en onze behoefte aan grip staat daar soms haaks op. Ja, om te leven, en zeker om sámen te leven, is het van belang dat we onze zaken regelen. En: Ja, om te leven, om creatief te leven, hebben we de ruimte nodig om te improviseren. Los te laten. Eventjes uít balans te zijn. En dat doen we dan het liefst op een gecontroleerde manier! Daar zit de lastigheid van veranderen. Daar zit de verander-moeite. Want de ruimte om ‘los te gaan’, dat is nog oké, maar dan wel onder míjn voorwaarden. Mijn eigen val. Onlangs was de eindexpositie van een workshopreeks naar aanleiding van het organisatie-filosofisch boek van Mieke Moor ‘Tussen de regels’. Voor die expositie heb ik een installatie gemaakt waarin ik mensen uitnodig om blootsvoets in zachte klei te stappen en om na die ‘voetmassage’ een open ruimte in te stappen om een ongedefinieerde ontmoeting met een ander te hebben (geïnspireerd op de performances van Marina Abramovic). Een expliciete uitnodiging om in het open veld van onbepaaldheid te stappen. Of, anders gezegd, om het moment van disbalans op te zoeken. Te onderzoeken wat er in dat moment van ‘even niet weten wat er in het volgende moment zal gebeuren’ kenbaar wordt… Wat valt je daar op, wat kom je tegen? Een mooie ervaring, voor de mensen die op mijn uitnodiging ingingen. Maar wat er ook verrassend helder werd was mijn eigen behoefte aan controle. Door middel van allerlei aanwijzingen wilde ik het zó sturen dat de mensen een ervaring zouden hebben zoals ik hem bedacht had… Ook hier werd voor mij de paradox van het verlangen naar openheid en het verlangen naar ‘grip houden op’ heel indringend zichtbaar en voelbaar. En hoe onder dat die neiging tot sturing een onzekerheid over de kwaliteit van mijn werk schuil ging.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurJoost: bewegen is de meest ontspannen manier van zijn. Auteur
|